De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf en de OCMW- en gemeenteraad keurden op 19 december 2024 het budget 2025 en de laatste aanpassing aan de meerjarenbegroting 2020-2025 goed. Omdat wij veel belang hechten aan een transparant bestuur, geven wij hieronder ook een duidelijk beeld van de financiële toestand van onze gemeente. Wij vinden het uitermate belangrijk dat elke inwoner op de hoogte is en blijft van hoe een gemeentebestuur met de publieke middelen omgaat.
De beleids- en beheerscyclus (BBC) die gemeenten sinds 2014 van de hogere overheid moeten voeren bepaalt dat er een meerjarenplan moet opgemaakt worden na het eerste jaar van de legislatuur. Het meerjarenplan vormt de kern van de BBC en een gemeentebestuur legt hierin de grote lijnen van het beleid voor de komende jaren vast. In het kader van de BBC moet elk gemeentebestuur financieel in evenwicht zijn. Deze evenwichtsvereiste is dubbel en wordt beoordeeld op basis van de autofinancieringsmarge (AFM) en het beschikbaar budgettair resultaat. De AFM van een gemeente is het verschil tussen het saldo dat de gemeente jaarlijks vanuit zijn werking overhoudt en de aflossingen van leningen. Deze AFM geeft aan of de financiën van het bestuur duurzaam in evenwicht zijn en of de gemeente in staat is haar leningslasten te dragen vanuit het overschot uit de gewone werking. De AFM moet van de hogere overheid pas positief zijn in het laatste boekjaar van het meerjarenplan. Het gemeentebestuur van Glabbeek kiest er namelijk voor om de AFM elk jaar in het meerjarenplan positief te houden. Ook in het laatste jaar van het meerjarenplan hebben we voor het budget 2025 een sterke AFM met een positief overschot van 388.237,00 euro en zien ook de ramingen van de AFM voor 2026 (391.610 euro) en 2027 (591.218 euro) er zeer positief uit.
Het financieel evenwicht van een gemeente wordt beoordeeld op basis van de AFM en het beschikbaar budgettair resultaat. Daarom is ook een positief beschikbaar budgettair resultaat - dit is het restbedrag van de financiële reserves van de gemeente na aftrek van alle investeringen op het einde van de bestuursperiode - zeer belangrijk. Het gecumuleerde budgettaire resultaat (spaarpot van de gemeente) bij het begin van de nieuwe legislatuur in 2025 bedraagt 5.417.843,00 euro. Ter vergelijking: bij het begin van de bestuursperiode in 2013 was het gecumuleerde budgettair resultaat (spaarpot gemeente) 2.532.847,19 euro en bij het begin van de bestuursperiode in 2019 was het gecumuleerde budgettair resultaat (spaarpot gemeente) 2.138.329,30 euro.
De voorbije twee legislaturen werd er met een doordachte langetermijnvisie fors geïnvesteerd en hebben we als een goede huisvader de tering naar de nering gezet in crisistijden waardoor onze gemeente ook financieel gezond bleef voor de start van deze nieuwe legislatuur. Bij de start van deze nieuwe legislatuur zit er zelfs meer dan het dubbel in de spaarpot van de gemeente dan bij de start van de huidige bestuursmeerderheid in 2013. Dat deze spaarpot al jaren uitermate positief is komt net omdat we sinds 2013 enorm veel investeringen financieren met het massaal aantrekken van subsidies. De schuld per inwoner was op het einde van de voorbije legislatuur inderdaad gestegen door de extra lening die we in 2023 hebben afgesloten voor de verbouwing van het gemeentehuis. Maar deze schulden moeten uiteraard worden bekeken over meerdere legislaturen omdat je pas vanaf deze nieuwe legislatuur de terugverdieneffecten krijgt door de bibliotheek, OCMW -en gemeentediensten onder één dak te brengen.