Gedicht 'Glabbeek'

Het dorp op het kruispunt van wegen, zit nog vers
in mijn geheugen. Ik heb de dagen niet geteld die ik
als kind met vader mee mocht rijden in de Hagelander
wielerkaravaan. Sigaretten gooien was nog niet taboe.

Zoals op sepiafoto's blijven verhalen uit de kinderjaren
bewaard. Levende schakels langs de wegen die wij gaan.
Hier hangt dauw boven de weiden en de koeien van wie
de melk met karren naar de melkfabriek werd gebracht.

Nu bloeit uitdagend en vruchtbaar De Roos op de ruïne.
Tussen de torens van het verleden en oude kastelen,
nu een Arcadia voor late rustmomenten, bladert men
door verhalen en schilderijen van Magritte.

Hoor jij ook het fluisteren van de bomen en de vogels
die hun taal hebben aangepast? En ruik je de bloesems
van de appelbomen en donker fruit dat straks
om de hoek wordt gewogen en geveild?

Voeg aan paarse jasmijnen, rozen en appelbloesems
een vleugje geheim toe en meng zoals in Grasse een
eigen parfum: Glabbeek in een flesje voor wie
van ver komt voor schoonheid en heimweegeuren.

Kijk hoe hoog en groen de kathedralen langs de weg.
Zo anders dan de bossen met labyrinten in het midden
van elk leven, met vogels die lokken en hazen die sneller
lopen naar waar de bomen in de horizon overgaan.

Langs hier liepen de Romeinen, de kruisvaarders
voor Godfried naar Jeruzalem, kinderen, kunstenaars,
wielertoeristen en wandelaars om zich even God
in een geurige hemel te wanen.

 

Ina Staberg
Glabbeek, 14 juni 2009