De Vlaamse minister van mobiliteit deed deze week al twee keer uitspraak in een zoveelste beroepsprocedure die de zelfverklaarde voetwegenactivist Marc Van Damme had ingediend tegen gemeenteraadsbeslissingen over een trage weg. Het beroep, ingediend door Marc Van Damme tegen de beslissing van de gemeenteraad van de gemeente Glabbeek van 19 december 2024 houdende gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg nr. 73 werd volledig ongegrond bevonden. Eerder deze week werd ook zijn beroep tegen de opheffing van de gemeenteweg nr. 74 al ongegrond bevonden. Op één week tijd stelt de minister in twee dossiers van trage wegen dat de gemeenteraadsbeslissingen van de gemeente Glabbeek wel degelijk correct werden genomen. Deze gemeenteraadsbeslissingen over de trage wegen nrs. 73 en 74 gaat over verdwenen wegen in de Velpevallei in Zuurbemde die al jaren niet meer zichtbaar waren op het terrein. De (gedeeltelijke) opheffing van beide trage wegen kwam er net op vraag van het Vlaams Agentschap Natuur en Bos (ANB). In het gebied van de Velpevallei in Zuurbemde is ANB samen met de gemeente net bezig met meer toegankelijke wandelwegen te realiseren in dit prachtig wandelgebied door nieuwe wandellussen te maken zodat het op het terrein tenminste duidelijk wordt voor de wandelaars. Het is dan ook compleet onbegrijpelijk dat zelfs tegen deze gemeenteraadsbeslissingen die net zorgen voor meer wandelwegen in de Velpevallei door Marc Van Damme beroep werd aangetekend. Ons werk als gemeente voor het herwaarderen van onze trage wegen wordt continue doorkruist met klachten, bezwaren en beroepsprocedures van de zelfverklaarde voetwegenactivist Marc Van Damme. Zijn strategie is dan ook heel eenvoudig, met zijn permanente procedures tegen elke beslissing die wij als gemeente nemen over een trage weg wil hij vooral fouten kunnen uitlokken om op deze manier dan dwangsommen van de gemeente te kunnen eisen. De ene keer gaat hij in beroep bij de minister, tegen nog een andere beslissing trekt hij naar de raad van state en over de dading procedeert hij momenteel bij het hof van beroep in Brussel.
Gepubliceerd opmaandag 2 jun 2025 om 08:28